Vroeger werd gedacht dat een pasgeborene ‘blanco’ op de wereld kwam.
Tegenwoordig weten we dat er vanuit vorige generaties allerlei overtuigingen kunnen zijn doorgegeven, die behoorlijk doorwerken in jouw leven. Lastig, want jij hebt er geen enkele weet van. Het ligt opgeslagen in je onbewuste en doet daar ‘z’n werk’.
Daarbij doe je onderweg in je eigen leven ook nog eens allerlei ervaringen op die helaas niet altijd even prettig zijn, waaruit ook weer ‘mentale wonden’ en daarbij behorende overtuigingen ontstaan.
Overlevingsmechanismes. Je hoort dit woord tegenwoordig vaak, maar wat betekent het nu precies?! Splits het woord op en je hebt al een redelijke verklaring: om een pijnlijke situatie te kunnen overleven (te doorstaan), leer je jezelf iets aan dat als een mechanisme tevoorschijn springt wanneer een volgende situatie daar ook maar iets op lijkt. Overlevingsmechanismes ontwikkelen zich meestal op jonge leeftijd om zo met gevoelens van teleurstelling om te kunnen gaan. ‘Niet goed genoeg zijn’ of ‘er niet bij horen’, afwijzing, verdriet, pijn, soms zelfs onveiligheid. Op dát moment lijkt de gekozen strategie helpend, maar in je verdere leven kunnen diezelfde strategieën je behoorlijk in de weg zitten!
Ze uiten zich in diverse vormen, zoals bijvoorbeeld niet over je gevoel praten. Misschien omdat je vroeger niet serieus genomen werd. Of er werd zelfs meewarig naar je gekeken waardoor je het idee kreeg dat jij de enige was die dit zo voelde en in jou de aanname ontstond ‘dan zal het wel niet waar zijn wat ik voel’. Dus hield je je voortaan stil. Mogelijk is vanuit dáár zelfs de overtuiging ontstaan, dat je jouw eigen gevoel niet eens meer serieus neemt en ben je meer en meer vanuit je ‘hoofd’ gaan leven.
Bovenmatig zorgen voor je omgeving; ook zo’n overlevingsstrategie.
Voor mij heel herkenbaar en daar kwam óók nog eens het diepe verlangen naar ‘harmonie’ bij. Ik liep daar vroeger volkomen in vast, want er was áltijd wel iemand in m’n omgeving met wie het minder goed ging en er waren áltijd mensen die het niet met elkaar konden vinden.
Hoe harder ik mijn best deed, hoe meer het mijn verantwoordelijkheid leek te worden, want ál het gedoe dat ze met elkaar hadden werd bij mij neergelegd. Iemand zei in die tijd eens: ‘je bent net een vuilnisvat waar iedereen z’n ‘shit’ maar ingooit’.
Dat kwam hard aan… maar was tegelijkertijd ook verhelderend.
Nóg zo’n overlevingsstrategie is niet om hulp vragen. Want áls je dat doet kan het antwoord natuurlijk ook ‘nee’ zijn en wanneer je dat zélf nooit tegen iemand zegt, is dat zó pijnlijk.
Dus mijn overleving werd onder andere ‘ik kan het zelf wel’.
Wat onzin is, want je kunt nou eenmaal niet alles…
Het mooie is, dat zodra je zelf leert om óók eens ‘nee’ te zeggen, het ineens een stuk minder pijnlijk is wanneer een ander dat tegen jou zegt.
Deze strategieën ontwikkelen zich dus in jou of zijn doorgegeven vanuit je familie systeem.
De uitdaging is om te onderzoeken wélke jij allemaal (onbewust) hanteert.
Dan is het fijn om dat samen met iemand te onderzoeken die de juiste vragen stelt, je door oefeningen terugbrengt naar je gevoel en samen met jou kijkt hoe je deze belemmerende patronen los kunt laten en betere keuzes kunt maken voor jezelf.
Herken je al iets of wil je er meer over weten? Mail me voor een kennismakingsgesprek.