Die ochtend ben ik vroeg opgestaan, want ik heb afgesproken met m’n intervisiegroep. Helemaal in Nijmegen, best ver weg maar élke keer weer heel fijn én leerzaam, dus ik doe het graag.
Gisteravond alles goed voorbereid, nog maar een paar dingen te doen, dan vertrek ik.
Maar eerst een heerlijke cappuccino! Helaas… zodra het apparaat opstart hoor ik al dat het weer mis is. Enorm gereutel en gesis kondigt aan dat er voor de zoveelste keer géén koffie uit zal komen.
Er is geen tijd om te kijken wat er nú weer aan de hand is, maar ik had me er zó op verheugd…
Boos geef ik een klap op het apparaat.
Uiteraard geen resultaat en het lucht ook niet echt op…
De troostende wetenschap dat in Nijmegen heerlijke koffie op me wacht, werkt niet.
Zonder de begeerde cappuccino ga ik over op het volgende; m’n contactlenzen. Ik heb ze sinds kort, daardoor ben ik nog niet zo handig, maar uiteindelijk lukt het altijd.
Tot vandaag… ergens onderweg naar m’n oog rolt de lens van m’n vingertop en is nergens meer te vinden. Mopperend wring ik mezelf zelfs onder tafel (tot blijdschap van m’n katten die meteen komen ‘helpen’) maar nergens te vinden.
Direct de opticien gebeld voor een nieuwe lens, maar terwijl ze allang open zouden moeten zijn roept hun antwoordapparaat ‘gesloten´.
Ik baal…(zachtjes uitgedrukt…) Geen lenzen betekent dat ik een constante wissel moet doen tussen leesbril en andere bril. Bovendien ben ik onderhand 20 minuten verder, dus ik kom nooit meer op tijd.
Voor ik vertrek nog een rondje met Zara. Tijdens het lopen merk ik dat ik me behoorlijk boos voel.
Terwijl m’n hoofd zegt; ‘kom op, in Nijmegen wacht heerlijke cappuccino en onderweg bel je de opticien gewoon nóg een keer’, voel ik dat het me zó in de weg zit dat ik bijna de neiging krijg om af te bellen. Nu is boosheid altijd een mix van meerdere emoties, dus ik besluit te onderzoeken welke dat precies zijn. Want ik weet dat als ik dit niet doe, ze zich als een magneet zullen hechten aan al die oudere, onderliggende ervaringen en pijn, waardoor ze een volgende keer nóg sneller en heftiger omhoog zullen komen.
Tijdens de wandeling zoek ik contact met de plek in m’n lichaam waar de onrust zit. Ik adem rustig door en nodig als het ware álle gevoelens uit. Alsof je tegen een klein kind zegt; ‘vertel maar, waar doet het zeer..?’
En al snel komt het omhoog, die oude en oh zo herkenbare pijn…
Machteloosheid en vooral, hoe gek dat ook klinkt nu ik het opschrijf, ‘in de steek gelaten’.
Door het koffiezetapparaat? De lens? De opticien? Soms zijn emoties niet te begrijpen.
Door het niet weg te duwen omdat het rationeel gezien in deze gebeurtenis nergens op lijkt te slaan, maar het in plaats daarvan te erkennen en ruimte te maken voor álles wat er verder nog bij hoort, ebt het langzaamaan weg en voel ik me weer rustig. Met een glimlach (wat heerlijk dat ik dit heb geleerd!) stap ik in de auto, op weg naar Nijmegen, waar ik slechts 10 minuten te laat aankom en waar direct een heerlijke cappuccino voor me wordt gemaakt.
”Probeer emoties niet te zien als vijand maar als boodschapper;
wat je moet koesteren of moet laten gaan.”