Ook jij hebt vast wel eens ergens een mening of een oordeel over. Mag dat er dan zijn of probeer je het zoveel mogelijk weg te duwen? Misschien met schaamte omdat ‘het niet hoort’.
Ik zou dat in het vervolg eens iets minder snel doen, het kan namelijk heel leerzaam zijn.
‘Het lijkt me prachtig om zónder oordelen te kunnen leven’ zegt hij.
‘Lijkt me niet te doen’ is mijn antwoord. Hij kijkt me lichtelijk verbaasd aan. Want juist ik, door m’n werk en alle studies, zou dat toch moeten nastreven?!
Het leverde een prachtig gesprek op met waardevolle inzichten. Want terwijl hij enórm z’n best deed om zónder oordeel naar anderen te zijn, was hij intussen flink veroordelend naar zichzelf…
Zodra hij merkte dat er een oordeel in hem omhoog kwam, duwde hij dat direct weg en sprak zichzelf vervolgens vermanend toe. Dat leverde veel ergernis op…, over zichzelf. Bovendien was hij in een constante alertheid over iets dat hij niet wilde en dat kostte hem bijzonder veel energie.
Een oordeel over iets of iemand, een mening die dwars tegen anderen ingaat, veroordelend ergens naar kijken, vertelt iets heel belangrijks over jou. Dus in plaats van het weg te duwen, kun je veel beter in jezelf onderzoeken wát nu precies maakt dat je dit oordeel of deze mening hebt!
Laat dus allereerst het oordeel los over het feit dat je een oordeel hebt.
Maak vervolgens onderscheid of het oordeel werkelijk van jou is of dat je deze van huis uit hebt meegekregen en zonder verder te onderzoeken hebt overgenomen? Of misschien juist andersom, dat je vanuit verzet een tegenovergestelde houding hebt aangenomen, zonder na te gaan wat wérkelijk bij jou past.
Of projecteer je misschien iets op de ander? Want wanneer je jezelf iets verbiedt en je bespeurt dat een ander dat klakkeloos wél doet, kan dat je enórm irriteren. Daardoor is al snel een oordeel gevormd. Stel je hebt een ongelooflijke hekel aan egoïstische mensen, dan zou dat kunnen betekenen dat jij zélf meer grenzen mag stellen, beter voor jezelf zorgen en opkomen voor dat wat voor jou belangrijk is. Met andere woorden; jij mag jezelf wel wat van de eigenschap toestaan, die je in die ander veroordeelt. Dat maakt jou niet direct tot een egoïst, maar zorgt in zo’n geval voor meer balans.
Maar ook als je je bewust bent geworden van een bepaald gedrag: je hebt bijvoorbeeld een grenzeloos zorginstinct en flink je best gedaan om dat anders, vooral beter te doen. Dan meen je soms al snel in een ander te herkennen dat die het nog stééds heeft.
Dus een oordeel of flinke mening ergens over is als het ware een ‘rode vlag’ waarvan het niet de bedoeling is dat je die pint op het hoofd van de ander, maar gaat onderzoeken in jezelf.